Op vakantie doe je dingen die je thuis niet doet. Haal je het thuis niet in je hoofd de dom of anderszins een alleszins imposante kerktoren in het centrum van je woonplaats te beklimmen, ergens anders is het ongeveer het eerste wat je doet. Eet je thuis nog steeds in het restaurant waar je ooit een goede ervaring had of dat je werd aanbevolen door een vriend of collega, elders moet je wel in het diepe van het onbekende. Hoewel je je aan de veilige, wereldwijd gestandaardiseerde Big Mac geen buil kunt vallen. Maar da’s voor de liefhebber.
Eigen keuken
Op vakantie eet en drink ik in elk geval graag wat de regionale keuken te bieden heeft. Je komt ook snel met mensen in contact wanneer je geïnteresseerd bent in de streekeigen lekkernijen. Natuurlijk komt het voor dat er iets op tafel komt wat niet helemaal mijn smaak is. Dat weet ik dan voor een volgende keer. En in het begin schep ik geen, als het echt iets onbekends is, grote portie op. Als de smaak of gaarheid, de geur of versheid tegenvalt, hoef ik geen vol bord achter te laten. En smaakt het uitstekend, kan ik nog een keer opscheppen; hetgeen meestal zwaar gewaardeerd wordt door gastvrouw of -heer.
Eerste keer
Ik bewaar mooie herinneringen aan bepaalde spijzen en dranken elders.
Mijn eerste chablis bijvoorbeeld, ergens onderweg in Frankrijk, bij de lunch in een modern, zo te zien juist geopend wegrestaurantje. Dat was pas wijn! Dankjewel Agnes, dankjewel Peter van Straten.
Ik genoot niet met volle teugen maar met nipjes. Om werkelijk te proeven wat ik proefde, om het zonlicht door het strogele vocht te zien spelen. Dit was genieten, dit was geluk. Met Bob als mijn gezelschap, het weer was prachtig, we hadden een -tig aantal dagen in het vooruitzicht waarin de wereld aan onze voeten zou liggen. Hoe we die doorbrachten weet ik echt niet meer, maar die chablis… In gedachten zit ik weer aan dat kleine vierkante tafeltje. Chablis blijft lekker, erg lekker. Maar het smaakt nooit meer als die eerste keer. Omdat ik die ene middag nooit opnieuw kan beleven. Zo eenvoudig is het.
Voormalig slachtafval
Een paar andere voorbeelden: de zwezerik, in een vakantiehuisje ergens in Friesland bij ouders van een vriendin van de middelbare schooltijd. Daar was het toen voor de plaatselijke slager slachtafval, het werd per kilo verkocht voor een paar luttele dubbeltjes.
Of de boekweitpap in een hotel in Litouwen, niet gekookt in water maar in melk, heerlijk! Eventueel wat honing en geplette hazelnoot er over, smullen! Een stevig ontbijt waarmee ik tot ver in de middag in Vilnius rondwandelde.
Herinneringen meenemen
Wat meestal niet slim is, is om iets van je vakantieadres mee naar huis te nemen. Hoe goed het ook smaakte, op vakantie is alles anders. Je hebt geen haast, het gezelschap en de omgeving is (als het goed is) ontspannen en sympathiek. En thuis, ja, ik had het zelf dus ook met chablis, thuis smaakt spijs of drank anders. Gewoon omdat je in een andere setting bent. Natuurlijk zijn er wel uitzonderingen, jawel. Maar dat zijn uitzonderingen. Zo vertelde mijn huisgenoot dat hij ooit bij vrienden in Duitsland Eiswein aangeboden kreeg. Nooit eerder geproefd; het beviel en toen hij thuis was, meteen naar zijn slijter. Hij had nog wat vakantiegeld over, dus bestelde hij spontaan drie flesjes (de meeste zijn klein, 0,375 ltr.). Toen was het schrikken: de prijs lag behoorlijk hoger dan een gemiddelde wijn. De drie flessen werden er eentje. En daarvan werd met gepast enthousiasme genoten. Lekker, jawel. Maar dat moest ook wel, gezien de prijs in verhouding tot zijn studentenbudget.
Servies en bestek
Altijd goed is servies of bestek mee te nemen. Wanneer het heelhuids overkomt heb je van zo’n praktisch bruikbaar souvenir jaren plezier en meteen een aardige anekdote voor het geval je eetgasten kort van stof zijn. Mijn Spaanse waterkruik-met-bijbehorend-verhaal doet het bijvoorbeeld al jaren prima met warme dagen op balkon of in tuin. Het grapefruitmesje dat ik kocht omdat ik zoiets bij ouders van een vriendje voor het eerst zag, ‘Oh, bestaat er zoiets om een halve grapefruit in eetbare partjes te zagen!’ Ik gebruik het kromme mesje niet elke dag maar ik ben wel blij dat ik het heb.
Herkansing
Ik kwam een keer op doorreis in Namen. Het was een gure voorjaarsavond en we moesten echt iets eten alvorens de weg te vervolgen. Bij de eerste beste gelegenheid waar ‘menu du jour’ op een bord achter het raam stond gingen we naar binnen. We hadden weinig geld, en het etablissement zag er van buiten uit alsof de prijzen niet al te hoog lagen. Dat klopte. Er was maar (of nog maar) één keuze. Mijn culinaire kennis van de Franse taal was toen nog niet zo heel erg groot. Voor een onwaarschijnlijk laag bedrag, het zal omgerekend misschien drie of vier euro geweest zijn, kwam de waard al snel met twee borden. Plateservice, tja, iets anders verwacht je niet voor zo’n prijs. Alleen de gekookte aardappelen in de gelige saus herkenden we. De ietwat sponzige, qua afmetingen weliswaar behoorlijke vleescomponent, of wat er ongetwijfeld voor door moest gaan, was ons beiden onbekend. Ondanks dat de maag behoorlijk leeg was kostte het me moeite alles op te eten; op de een of andere manier was het niet mijn favoriete smaakbeleving. Zag ik het in de schemerige ruimte goed? Het leek alsof er een soort min of meer regelmatige ribbel in het vlees zat, alsof het bedoeld was om zich ergens aan vast te zuigen. De eigenaar was niet erg spraakzaam, hij had meer oog voor zijn klandizie aan de bar, dus onthield ik zijn korte antwoord goed. ‘Triep’ bleef wel hangen. Later, mijn woordenboekje lag in de auto, zocht ik het op. Tripes, pens. Ooh, juist. Het is er sindsdien niet meer van gekomen het nog eens te proberen. Toch wil ik het best, want er schijnen tig manieren te bestaan om het wel een smakelijke draai te geven. Alleen mijn slager verkoopt het niet. En in Nederland zie ik het nergens op de kaart. Nu zijn er pas vrienden van ons naar Frankrijk verhuisd, en wij zijn uitgenodigd. De herkansing komt in zicht, ik ga het zeker proberen. Maar als het me dan ook niet smaakt hou ik het voor gezien; vakantie mag leerzaam zijn maar moet wel smakelijk blijven. Dan toch maar liever een andere onbekende streekspecialiteit.
Heb jij ook bijzondere herinneringen aan drankjes of gerechten die je op vakantie leerde kennen?
Reacties (0)